woensdag 12 mei 2010

‘Mijn moeder, mijn pooier’ - 18 jaar in handen van een PimpMom

Credits: FaqMaster van www.faqfiles.nl

Maria, beroemd wegens haar sex-fiction bestseller ‘Echte mannen eten geen kaas’, groeit best gelukkig op. Maar rond haar pubertijd gaat het mis met Maria.
Ze vindt het allemaal maar wat saai: een redelijk gelukkige jeugd, een normaal thuis, goede resultaten op school... Maria vindt er allemaal niks aan op deze manier! Ze besluit op avontuur te gaan en is vanaf dat moment naarstig op zoek naar spannende jongens. Dat loopt een beetje heel erg verkeerd, want ineens wordt Maria, die een perfect fout figuur aan haar tienerhaak slaat, niet alleen door hem genomen, maar ook door zijn nog foutere vrienden. Dat was natuurlijk niet haar bedoeling. Deze spanning was toch niet zo heel erg leuk.
Maria besluit de verkrachting te melden. Gelukkig is iedereen vol begrip, dat is fijn; al die aandacht en dat iedereen haar zo zielig vindt! Dat voelt zelfs zo lekker, dat ze daar best wat meer van wil hebben en dus bedenkt Maria wat spannende verhaaltjes erbij. Daar is Maria namelijk altijd al goed in geweest; verhaaltjes verzinnen.
Maria’s verhaal wordt wel steeds bonter.
Niet alleen is ze verkracht, maar blijkt ook nog eens haar vriendje een loverboy te zijn. En een moordenaar. En een pedofiel. En een internationale vrouwenhandelaar. En een fraudeur. En een dealer. En een sadist. En het hoofd van een wereldwijd opererende criminele organisatie die samenwerkt met politie.
Haar moeder, Lucie Mosterd, inmiddels bekend als Nederlands eerste LoverMom, is erg blij dat ze alle schuld van Maria’s ellende handig af kan schuiven op iedereen behalve zichzelf. Zo kan zij zichzelf namelijk goed voorhouden dat Maria’s rare gedrag helemaal niet te wijten is aan bijvoorbeeld een fucked up opvoeding.
Zullen de mensen dit allemaal wel geloven? Tuurlijk wel, stelt Lucie haar dochter Maria gerust, want wie haalt het in zijn hoofd om een jong meisje, een slachtoffertje niet te geloven? Dat durven ze toch niet, bovendien is ‘Manou’ geknipt als dader: een Afrikaan met Antilliaanse maten, wat wil je nog meer!
Lucie, die als geen ander weet dat het loverboy verhaal onzin is, ziet ontzettend veel mogelijkheden, namelijk geld. Heel veel geld.
Dat haar dochter Maria, een labiele, pathologische leugenaar, nog gekker zal worden door het voeden en stimuleren van haar leugens en het leven van ‘loverboy Manou’ zal worden geruïneerd, dat is wel een beetje lullig.
Maar goed, the show must go on en het geld maakt alles goed, nietwaar?


Waarom geloofde ik, net als een paar miljoen andere ‘sukkels’, haar verhaal?
Om dezelfde reden, waarom ik slachtoffers van zedenmisdrijven altijd heb geloofd en zal blijven geloven: niets is zo erg voor een slachtoffer om voor leugenaar te worden uitgemaakt, wanneer je alle moed bij elkaar hebt geraapt om een van de walgelijkste dingen die een mens kan overkomen te vertellen.
Maar los daarvan, geloofde ik het ook omdat ik een redelijk normaal mens ben met een normaal functionerend geweten. Ik kon (en kan) mij eenvoudigweg niet indenken dat een jong meisje en haar moeder, zo gruwelijk schaamteloos en gewetenloos ontelbare leugens bedenken en verkondigen. Al schijnt liegen steeds makkelijker te worden naarmate je keer op keer hetzelfde lulverhaal moet ophangen.

Dat een labiele, issue drama-queen een gek verhaaltje opschrijft, daar graag in wil geloven en het verkondigt als waarheid, is niet goed en nogal alarmerend.
Maar dat haar moeder en de hulpverlener die het verhaal heeft opgestuurd naar een uitgeverij die het als zoete koek slikte, niet hebben ingegrepen, wetende dat ‘feiten’ fictie zijn...vind ik on-be-grij-pelijk.

Maria en Lucie,
Ga in godsnaam in therapie en wie weet, krijgen jullie een ‘twee voor de prijs van een’ korting, want in jullie positie zou ik maar alvast beginnen wat geld opzij te leggen voor de claims die jullie te wachten staan.
Een ding staat vast: jullie zijn beide ware profs, getuige deze hoerenstreek.

Tot slot: hebben jullie er een moment stil bij gestaan wat deze smerige leugens teweeg hebben gebracht bij echte slachtoffers van zedenmisdrijven?
Ik namelijk wel.
Bijvoorbeeld toen ik laatst een meisje sprak dat jarenlang misbruikt is (en geloof me, in haar geval weet ik dat het geen leugens zijn).
‘Ik snap het niet,’ zei ze, ‘dat je over zoiets kan liegen. Zij verpest het voor alle meisjes die echt dat soort dingen meemaken, want die worden nu niet meer gelooft. Hoe kun je zoiets gemeens doen...?’
Ik moest haar het antwoord op haar vraag schuldig blijven. In gedachten jullie vervloekend, kon ik haar slechts zwijgend een tissue aanbieden voor de traan die zij beschaamd wegveegde.